Op zaterdag 5 oktober liep ik voor de vijfde keer in mijn leven een marathon. Net geen 3 jaar na mijn eerste in Brussel op 10/10/10. Ik liep hem uit in 3 uur 48. Hoe verder van huis, hoe trager ik hem loop. Maar tijd zegt niet alles. Deze marathon zal ik niet snel vergeten.
Nederlandse marathons zijn niet allemaal vlak. De kustmarathon van zeeland is de zwaarste van Nederland. En daar zijn redenen voor. Het is de unieke mengeling van de Zeeuwse zon, de pittige duinhellingen met zijn ingewerkte trappen en het onverschrokken getijden werking van de zee die hem beenhard maken.
Het is geweldig loopweer, niet meer dan 17 graden en weinig tot geen wind. Tijdens de start raden ze iedereen aan om niet te snel te starten en zeker genoeg vocht op te nemen tijdens het lopen. Het is naar het schijnt hoog water. Kan het mij wat schelen? Neen, ik ben toch geen garnaalvisser gniffel ik.
Met een redelijk tempo begin ik aan de marathon, dik boven de 12 km per uur. Het lopen gaat fijn : leuk door het bosje, dan een klein stukje strand, nog een lange brug van 2 keer 3 kilometer met daar een beetje geasfalteerd eiland tussen. Voor je het weet ben je 20 km verder. De muziek is goed gekozen en ik sta zelfs een beetje voor op mijn schema. En binnen 6 kilometer staan vrouw, supporters en kindjes klaar om mij aan te moedigen. Joepie, deze marathon wordt een eitje.
Maar plots zie ik het, we moeten over het strand. En het strand ligt er niet bij zoals in Oostende, Blankenberg, Bredene of Cadzand. Nee hier zijn de geallieerden waarschijnlijk geland en terug huiswaards moeten keren. Het is effectief hoogtijd en de garnaalvissers komen zelf niet buiten. Ik wil maar zeggen, het strand lag er niet gladjes bij. Ik spring van krater naar krater, navigeer door de zandkastelen, haal mijn voeten uit het drijfzand en ploeter verder. Iedere meter voel ik de kracht uit mijn benen sijpelen. En ik moet nog een halve marathon lopen.
Dit stuk strand van 6 kilometer is onverbiddelijk, maar ik ga door. Na 4 km strand merk ik dat loper Luc naast me loopt. Dat betekent dat er toch een einde moet komen aan de zandhel. Hij haalt mijn moraal terug beetje boven en babbelt de zand demonen uit mijn hoofd. Eindelijk zie ik terug volk en het officiële afspreekpunt. Zalig om mijn geweldige gezinnetje te zien. Ik val op mijn knieën, knuffel iedereen heel hard en moet dan spijtig genoeg weer verder. Het strand is achter de rug en nog 16 km te gaan.
Maar nu is het aan de duinen. Vanaf nu bezem ik heel af en toe iemand op, maar nog meer halen ze mij in. De duinen hier hebben last van grootheidswaanzin. De ene duin is nog steiler dan de andere en voor sommige hebben we zelfs trappen nodig. Het zand heeft zijn werk gedaan, ik ben bekaf. Soms moet ik zelfs een heuveltje opstappen en bij de drankposten stop ik telkens om te drinken. Cola, banaan, dropjes, SUIKER NUUUUUUUUU!
Op zo een momenten denk je toch, wat doe ik hier nu toch? Alleen nog als ik fotografen zie, komt de moose naar boven. Dan haal ik mijn schouders van mijn knieën en doe ik dat ik nog leef. Hoewel ik heel diep zit, prent ik me in dat de meet dichterbij komt. Uren later kom ik in de verte een nieuwe strand tegen, nog anderhalve kilometer te gaan. En dan haal ik de finish. De 42 kilometer van Zeeland is wel niet mijn snelste marathon, maar wel mijn grootste overwinning.
Daarna konden we lekker van de rest van ons weekend genieten, relax.
dinsdag 8 oktober 2013
Abonneren op:
Posts (Atom)